Delft, Graswinckel
Drie roggen zwart op zilver
helmteken een rog.
Behalve naar het ontstaan van de naam Graswinckel is er ook onderzoek gedaan naar het familiewapen. Voor zoverre is na te gaan hebben de leden van het geslacht, toen zij nog niet de naam Graswinckel voerden, geen huismerk of wapen gevoerd.
Het hebben van een zegel was verplicht voor al diegenen, die ambtshalve een acte, welke een rechtshandeling inhield, met hun zegel moesten bekrachtigen. Zo komt het, dat vooral zij, die schepenen geweest zijn, in ieder geval in het bezit van een zegel moesten zijn.
Het oudst bekende schepenzegel kan worden aangemerkt dat van Jan Jansz Graswinckel de jonge, ca 1541-1589. Schepenen: 1576-1578, 1582-1583, 1585-1589.
Zegel Gerrit Jansz (1542-1627): drie roggen met tussen de bovenste roggen een ruit. Helmteken: een uitkomende eenhoorn.
Bron: Graswinckel, Geschiedenis van een Delfts Brouwers- en Regenten-Geslacht, door: jhr. Dr. D.P.M. Graswinckel
