Cornelis Boot, Zeeman met een rijk verleden
Cornelis (Cor) Boot was 40 jaar zeeman op de grote vaart. Aan het begin van zijn loopbaan begon de Tweede Wereldoorlog. In het boek ‘Scheepsrampen en Jappenkampen’ vertelt zijn zoon Hendrik Boot het verhaal van zijn vader. Het is het verhaal dat zijn vader niet vertelde omdat het te moeilijk was om er over te praten.
Hendrik werkte er jaren aan en reconstrueerde het na veel research. De werkelijkheid was niet te achterhalen maar wat hij vond was een ongelofelijke geschiedenis. In juli 2020 verscheen zijn boek ′Scheepsrampen en Jappenkampen′
Cor Boot gaat varen
Cor Boot werd geboren op 1 april 1919 in Nieuw-Helvoet. Hij volgde de machinistenopleiding in Den Briel en ging in 1937, als jongen van 18 jaar, varen bij de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN) die een lijndienst op Nederlands-Indië voer. Zijn eerste schip was de ms Poelau Laut. Twee jaar later brak de oorlog uit. In 1939 verklaarde Engeland aan Duitsland de oorlog en in 1940 viel Duitsland Nederland binnen. In Azië ging Japan op oorlogspad. Zeelieden kregen een vaarplicht, net als dienstplicht. Het varen werd levensgevaarlijk met de Duitse onderzeeërs die de schepen aanvielen.
Cor was met het passagiersschip Christiaan Huygens onderweg naar Nederlands-Indië toen op 10 mei het bericht ontvangen werd dat Nederland was binnengevallen. Nederland was nu in oorlog met Duitsland. In juni 1940 werd hij op het inbeslaggenomen Duits schip, de Franken geplaatst, later omgedoopt tot Wangi Wangi. Het schip werd vervolgens ingezet voor de bevoorrading van Engeland. De Duitsers proberen uit alle macht deze aanvoer te verstoren en Engeland daarmee uit te putten. Het schip met Cor lag in Liverpool te wachten om in konvooi te vertrekken toen de haven door de Duitsers zwaar gebombardeerd.
Wangi Wangi getorpedeerd door Duitse onderzeeër
Bij een van de volgende reizen werd zijn schip bij het oversteken over de Atlantische Oceaan, op 14 mei 1941, voor de kust van West-Afrika, 90 mijl (176 km) uit de kust, getorpedeerd door een Duitse onderzeeër U 103. Binnen 15 minuten was het schip verdwenen onder de golven. Met de twee overgebleven reddingssloepen wisten de 92 drenkelingen de kust van Liberia te bereiken. Zes weken later, na een tocht langs stranden, door snikhete oerwouden, oude auto′s en een trein bereikten ze eindelijk de havenstad Freetown in Liberia.
In Freetown was het wachten tot schepen bereid waren de groep mee te nemen naar Kaapstad in Zuid-Afrika waar ze begin september 1941 arriveerden. Vandaar moesten ze weer op een gelegenheid wachten om mee te varen naar het vrije Nederlands-Indië waar ze begin november arriveerden. Die vrijheid duurde maar kort. Op 30 november 1941 viel Japan, na de Amerikaanse olieboycot, Pearl Harbor aan om de vloot te vernietigen. Japan moest kiezen tussen het teruggeven van eerdere veroveringen of een oorlog voeren. Amerika en Nederland verklaarden direct aan Japan de oorlog. Nederlands-Indië werd bedreigd. In razend tempo veroverden de Japanners landen in Azië.
Nederlands-Indië met gewilde grondstoffen was een doelwit. Cor verbleef in Soerabaja op Java toen Japan deze marinehaven bombardeerde. Met de Japanners in aantocht probeerden veel mensen nog met schepen via de haven Tjilatjap aan de zuidkant van Java te ontsnappen. De poging van Cor om weg te komen mislukte, het laatste schip was vertrokken toen hij arriveerde. Dat was zijn geluk want een aantal schepen werd later gebombardeerd. Ook een tweede poging via de Wijnkoopsbaai weg te komen mislukte, ook deze schepen werden tot zinken gebracht.
Gevangene van de Jappen
Op 5 maart 1942 trokken de Japanners de hoofdstad Batavia binnen. Nadat de Japanners op 8 maart de macht overgenomen hadden werden alle blanken en mensen van gemengd ras, mannen, vrouwen en kinderen, geïnterneerd in kampen, verbannen uit de samenleving. Cor werd op 16 juli 1942 opgepakt. Hij werd enkele dagen opgesloten in een school in Malang. Daarna volgde een reeks met kampen op Java, het ene nog erger en slechter dan het andere. Ziekten en honger, straffen en verveling en niet veel meer dan 50 cm breedte als slaapplaats op een harde ondergrond. Na de arrestatie volgde een mensonterende treinreis en moest hij vervolgens 13 maanden dwangarbeid verrichten in het landbouwkamp Kesilir op Zuid-Oost-Java. Daarna weer een treinreis en werd hij 6 ½ maand opgesloten in een vieze afgekeurde strafgevangenis Banjoe Biroe op Midden-Java, met 100 man in een cel van 10 x 10m. Vervolgens een transport naar Bandoeng.
Opnieuw 6 ½ maand opgesloten in een KNIL-kazerne van het 15e bataljon in Bandoeng. Tenslotte kwam hij terecht in het 10e bataljon KNIL-kamp in Batavia. Dit was een doorgangskamp waar gevangenen op bestelling geleverd worden voor dwangarbeid overzee, zoals werken aan de Birma spoorweg. Het transport ging met vrachtschepen, ′Hell ships′ genaamd vanwege de mensonterende omstandigheden. Ruim 68.000 dwangarbeiders werden zo over zee getransporteerd waarvan er meer dan 22.000 zijn omgekomen. Op 15 september 1944 kwam ook hij aan de beurt met ′party 26′.
Niemand wist waarheen ze gingen. In de haven Tandjong Priok van Batavia (Nu Jakarta) werden ze aan boord gejaagd van een oud roestig schip, de Junyo Maru. Meer dan 7.600 man gaan er in de ruimen en op het dek, veel KNIL-militairen, Javaanse dwangarbeiders, militairen uit Engeland, Australië en Amerika en zeelieden.
Torpedering Junyo Maru
Op 18 september was het raak! Op weg van Batavia (nu Jakarta) naar Padang werd het schip voor de kust van Sumatra door de Engelse onderzeeër Tradewind getorpedeerd. Er verdrinken 5.826 mensen, het is de op twee na grootste scheepsramp aller tijden met bijna viermaal zoveel slachtoffers als van de Titanic. Heel veel mensen redden het niet. Japanse begeleidingsschepen pikten hun landgenoten op en nog wat drenkelingen die dagen rondgedobberd hebben op wrakhout. Cor werd na twee dagen op het nippertje gered en vervolgens naar Padang gebracht en opgesloten in de een stinkende gevangenis ′De Boei′, meer dood dan levend, dagen niet geslapen en hevig verbrand.
Dwangarbeid aan Pakan Baroe-spoorweg op Sumatra
Op 18 september was het raak! Op weg van Batavia (nu Jakarta) naar Padang werd het schip voor de kust van Sumatra door de Engelse onderzeeër Tradewind getorpedeerd. Er verdrinken 5.826 mensen, het is de op twee na grootste scheepsramp aller tijden met bijna viermaal zoveel slachtoffers als van de Titanic. Heel veel mensen redden het niet. Japanse begeleidingsschepen pikten hun landgenoten op en nog wat drenkelingen die dagen rondgedobberd hebben op wrakhout. Cor werd na twee dagen op het nippertje gered en vervolgens naar Padang gebracht en opgesloten in de een stinkende gevangenis ′De Boei′, meer dood dan levend, dagen niet geslapen en hevig verbrand.
Telkens gingen ze naar een volgend werkkamp als de spoorweg vorderde. Er werd een dijklichaam aangelegd, bruggen gebouwd, rotsen uitgehakt, bielzen en spoorrails gesjouwd. Wrede Japanse en Koreaanse bewakers sloegen erop los en joegen de uitgeteerde gevangen op. Dagelijks stierven er gevangenen aan de ziekten, ondervoeding en mishandeling.
Meer dan 700 krijgsgevangenen zijn omgekomen en na de capitulatie stierven nog eens 110 man. Van de ca. 125.000 romusha′s (Javaanse arbeiders) die naar Sumatra vervoerd zijn waren er aan het eind nog maar 10.000 in leven. Cor is een van weinigen die het einde haalde, hij is een van de 96 man die de scheepsramp en de spoorbaan heeft overleefd. Dertien maanden duurde het verblijf in de jungle. Hij woog dan minder dan 40 kg toen ze werden bevrijd.
Het oorlogsherinneringskruis met gesp voor varen in oorlogstijd en de Ridderorde van Oranje-Nassau.
Cor Boot met echtgenote Jacoba Johanna den Boer
Spoorlijn gereed als Japan capituleert
40 jaar zeeman
Zoon Hendrik schreef zijn niet vertelde verhaal
Over de oorlog sprak hij weinig, het was te erg en het bracht de beleefde gruwelijkheden weer boven. Hij wilde anderen er ook niet mee belasten en wij vroeger er niet naar omdat het te pijnlijk was. Pas in 1997 heeft hij, na aandringen van de voorzitter, een interview gegeven voor het reünisten blad ‘De Trompetter’ van zijn oude machinistenschool en in het kort zijn verhaal verteld. Voor zijn zoon Hendrik vormde dit verhaal de basis voor zijn research. Hij kon de geschiedenis reconstrueren met datum, plaatsen en door verhalen van anderen te lezen die daar ook waren. Zo ontdekte hij meer en schreef hij het verhaal van zijn vader in het boek ‘Scheepsrampen en Jappenkampen’. Het is ook een eerbetoon aan de slachtoffers, overlevenden en nabestaanden van die gruwelijke oorlog in Azië en de zeevarenden in oorlogstijd.
De oorlog in Azië met de wandaden van de Jappen maar ook de bijdrage die de koopvaardij leverde aan de bevrijding mag niet vergeten worden. Terecht worden de zeelieden nu ook tot de oorlogsveteranen gerekend.
Na jaren van lezen, schrijven en schrappen was het boek in 2020 eindelijk gereed. Hendrik heeft antwoorden gevonden op vele vragen, vragen die ook vele anderen hebben met familieleden die slachtoffer van de Jappen werden. In het boek wordt veel duidelijk over die onbekende verre oorlog in Azië.
Het boek bestellen
Het boek werd in eigen beheer uitgegeven. Het is een flink boek geworden met 406 bladzijden; 17 x 24 cm en 3 cm dik. Het bevat veel afbeeldingen en situatiekaarten en beschrijft ook de context van de gebeurtenissen en is daarmee veel meer geworden dan een familieverhaal.
De prijs is € 29,50 en verzending in Nederland via DHL kost € 6,25. In Bergen op Zoom en Hellevoetsluis worden geen bezorgkosten berekend.
Het is via de website https://boek-boot.nl te bestellen. Op de website vindt u meer informatie, recensies en reacties van lezers.
Bronvermelding:
Geplaatst in samenwerking met en met toestemming van Hendrik Boot, zoon van Cor Boot
