Gerhardus Wilhelmus Boot, predikant en rector
Gerhardus Wilhelmus Boot werd op 21 mei 1763 geboren in Leur, waar zijn vader, Gerhardus Boot, predikant was. Hij werd hier hij op 5 juni 1763 gedoopt.
Hij studeerde, net als zijn broer Johannes Cornelis in Leiden. Hij werd predikant maar omdat zijn gezondheid het liet afweten, legde hij zich toe op oude letteren. Hij werd rector aan verschillende Latijnse scholen, uiteindelijk in Gorinchem. Hier stierf hij op 6 september 1832.
Hij schreef gedichten en deze werden ook regelmatig gepubliceerd in verschillende tijdschriften, waaronder “Bij mijn terugkomst van de begrafenis mijner dochter”. De eerste verzen hiervan luiden:
Zoo vergezelde ik dan met waggelende schreden,
Mijn lieve Mietje! uw lijk; en keer weemoedig weêr.
‘k Wensch U vergeefs terug…. hier geldt noch wensch noch beden;
Uw zacht, aanvallig oog ontmoet mijn oog nooit meer….
Gekeerd tot mijn gezin, treft mij de klagt uws moeders;
Zij mist haar trouwe hulp, haar liev’ling aan haar zij’;
Mij treft uws zusters rouw, ’t geschrei van uwe broeders,
Elk slaat uw dood ter neêr, en elk mist veel daar bij.
Wij zien uw’ zitplaats leêg – Wij zien, den knop der bloemen,
Door uwe zorg gekweekt, zich op’nen na uw dood;
Uw roosje, uw’ angelier, waarop we U hoorden roemen,
Zijn nog in bloei, nu gij reeds slaapt in ’s aardrijks schoot.
Zie eventueel ook: Johannes Cornelis Boot, predikant en dichter
